De recente onthullingen van fouten in de dagloonberekeningen van het UWV kunnen aanzienlijke financiële gevolgen hebben voor zowel werkgevers als werknemers. Veel WGA-uitkeringen zijn niet correct berekend wat betreft het dagloon, waardoor je mogelijk te veel betaalt. Deze fouten kunnen leiden tot financiële lasten die tot wel 10 jaar doorwerken. Daarom is het van groot belang om tijdig bezwaar te maken tegen de toekenning van een WGA-uitkering en het WIA-maandloon te laten controleren.
Polisadministratie UWV
De polisadministratie van het UWV is leidend in de berekeningen. Bij een ziektewetuitkering wordt gekeken naar de laatste werkgever, voor de WIA kijkt men naar het inkomen van het laatste jaar. In dat jaar kunnen er uiteraard ook meerdere werkgevers zijn geweest. In Nederland zijn er twee soorten van aangifte. Elke werkgever moet loonheffingsaangifte doen. Elke loonheffingsaangifte bestaat uit een collectief deel en werknemersdeel. Het collectieve deel van de aangifte wordt verwerkt door de belastingdienst en het werknemersdeel wordt verwerkt in de polisadministratie van het UWV. De polisadministratie van het UWV is leidend voor de berekening van het WIA-dagloon.
Twee methodieken
In Nederland kunnen werkgevers twee methodieken hanteren voor het doen van de loonheffingsaangiftes: de loon-in-systematiek en loon-over-systematiek. Bij de loon-in-systematiek is het zogenaamde ‘genietingsmoment’ bepalend voor het doen van de aangifte: iemand die in september gewerkte uren betaald krijgt over augustus, wordt verwerkt in de loonaangifte van september aangezien de genietingsmoment september is. Als je de loon-over-systematiek toepast, wordt het loon geacht te zijn genoten in het loontijdvak waarop het loon betrekking heeft. De vraag is of de polisadministratie van het UWV automatisch wordt getriggerd als werkgevers via de loon-over-systematiek met terugwerkende kracht loonheffingsaangiftes doen. Dit kan immers effect hebben op zowel de dagloonberekening voor de ziektewet en de WIA. Denk bijvoorbeeld aan onder andere correcties op de bijtelling voor een auto van de zaak, ploegentoeslag en eindejaarsuitkeringen. Je kunt je voorstellen dat als er geen automatisch signaal voor aanpassingen ingebouwd is bij het UWV, er fouten met grote gevolgen worden gemaakt. En daarvan zijn zowel werkgevers als werknemers de dupe.
Ingewikkeld, maar op te lossen
De dagloonberekening van de WIA is niet complex. Alles is afhankelijk van de juistheid en de volledigheid van de polisadministratie van het UWV. Het wordt ingewikkelder als een werknemer ook een WW-uitkering in de referteperiode heeft gekregen, dus in het jaar voordat iemand ziek werd. WW-uitkeringen worden namelijk achteraf betaald, een maand later dan de maand waarop de uitkering betrekking heeft. In de polisadministratie van het UWV wordt de uitkering geregistreerd als uitkering in de maand van betaling. Werknemers die hun baan verliezen, krijgen hun laatste loon in de laatste maand van de arbeidsovereenkomst. Daarom ontstaat in de polisadministratie van het UWV tussen het einde van de arbeidsovereenkomst en de start van de WW-uitkering een ‘loonloze’ maand.
Loonloze tijdvakken
Wordt iemand ziek in de periode waarin recht bestaat op een WW-uitkering en ontstaat na het doorlopen van de wachttijd van 104 weken recht op een WIA-uitkering, dan wordt de hoogte van de WIA-uitkering berekend aan de hand van het loon over de periode van een jaar voorafgaand aan de eerste arbeidsongeschiktheidsdag. Als de werknemer zich binnen een jaar na de eerste werkloosheidsdag ziek meldt, dan valt het loonloze tijdvak in de referteperiode van een jaar waarover de hoogte van de WIA-uitkering wordt berekend. Bij het WIA-dagloon wordt het totale loon in het refertejaar gedeeld door het aantal dagloondagen in het refertejaar (doorgaans 261). Ook dagloondagen waarop geen loon is genoten (loonloze tijdvakken) tellen dan mee. Bij zowel het WW als ZW-dagloon tellen de dagloondagen in loonloze tijdvakken echter niet mee.
WIA-beoordeling
Als een werknemer ziek wordt, dan is de werkgever verantwoordelijk voor zijn of haar re-integratie in passende arbeid. Dat geldt ook als een werknemer een ZW-uitkering ontvangt. Het UWV neemt de re-integratie verantwoordelijkheid alleen over voor werknemers van wie het dienstverband is beëindigd. Na twee jaar ziekte kan de zieke werknemer in aanmerking komen voor een WGA- of IVA-uitkering. Of een werknemer recht heeft op WGA of IVA, is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. Deze wordt vastgesteld door een verzekeringsarts en een arbeidsdeskundige van het UWV. Hierbij kijken zij naar het loonverlies: het geld dat werknemer door arbeidsongeschiktheid minder kan verdienen dan daarvoor. Wat hij nog kan verdienen wordt de (resterende) verdiencapaciteit genoemd. Als een werknemer meer dan 35% arbeidsongeschikt is, dan krijgt de werknemer een WGA- of IVA-uitkering. Voor beide uitkeringen wordt een WIA-dagloon berekend en daar gaat het dus veelvuldig mis gezien de bovengenoemde problematiek.
Wat nu?
Het is dus heel goed mogelijk dat je als werkgever onterecht te veel doorbelast hebt gekregen. We raden je dan ook aan om bij elke toekenningsbesluit van een WGA-uitkering het berekende WGA-dagloon te controleren. Dit moet binnen 6 weken na de dagtekening van het toekenningsbesluit. Bij Zekerheyd hebben we software ontwikkeld naar de laatste standaarden die zowel het ZW- als WGA-dagloon voor werkgevers als werknemers controleert. Deze software loopt ver voor op de verouderde software van het UWV. Uiteraard kan Zekerheyd alles volledig controleren met onze geavanceerde software. Hiermee voorkom je onnodige kosten.